- De Turkse lira en de Argentijnse peso behoorden in de eerste helft van dit jaar tot de meest spraakmakende valuta, met forse koersdalingen.
- Het contrast met de opvallende rust rond de dollar en de euro is groot.
- In de tweede helft van dit jaar kan met name de euro wel eens een extra zetje in de rug krijgen, aldus valuta-expert Joost Derks van iBanFirst.
ANALYSE – Als er iets misgaat, trekt dat meestal veel meer aandacht dan wanneer alles volgens plan verloopt. Dat geldt ook voor de valutawereld, waar in de eerste helft van 2023 vooral de heftige koersdalingen van de Turkse lira en de Argentijnse peso de aandacht trokken. Ten opzichte van de euro zijn beide munten ruim 30 procent minder waard geworden.
De glijvlucht van de lira en de peso heeft alles te maken met de enorme moeite die het de landen kost om torenhoge inflatie onder controle te krijgen. In Turkije haalde een renteverhoging van 6,5 naar 15 procent weinig uit, terwijl Argentinië zelfs overweegt om de Amerikaanse dollar in te voeren.
Aan de andere kant van het spectrum zitten de Mexicaanse en Colombiaanse peso, die sinds eind 2022 ongeveer 10 procent meer waard werden.
Opvallende rust op de valutamarkt: euro en dollar in kalm vaarwater
Wat in de eerste helft van dit jaar echter vooral opviel, was de rust in de valutawereld. De euro is bijvoorbeeld met minder dan 2 procent gestegen ten opzichte van de dollar. Dat is een groot verschil ten opzichte van vorig jaar. Toen ging de euro in de eerste negen maanden met ruim 15 procent onderuit, om vervolgens razendsnel met 10 procent te stijgen.
Een maatstaf die in de financiële wereld vaak gebruikt wordt als indicatie voor de heftigheid van wisselkoersschommelingen, is de volatiliteit. Voor de wisselkoers euro/dollar is de volatiliteit sinds eind 2022 gedaald van 15 naar 6.
Daarmee is het nu zelfs wat rustiger in de valutawereld dan in de periode vóór de valutaschokken van vorig jaar. Er komen overigens wel steeds meer signalen dat de valutawereld in de tweede jaarhelft meer in beweging gaat komen.
In dit verband trekt met name het beleid van centrale banken de aandacht. De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de rente half juni al opgeschroefd tot het hoogste niveau in meer dan twintig jaar. Het moet raar lopen als de beleidsrente bij de vergadering op 27 juli niet nog verder omhoog gaat.
In de eurozone ligt de inflatie van ruim 6 procent nog veel hoger dan de doelstelling van 2 procent. Bovendien kruipt de inflatie in veel eurolanden de afgelopen maanden weer langzaam omhoog. Verschillende ECB-bestuurders zinspelen er al op dat de bank tot diep in het najaar doorgaat met het verhogen van de rente.
Aan de overkant van de Atlantische Oceaan laat de Amerikaanse Federal Reserve een wat minder fel geluid horen. Fed-voorzitter Jerome Powell bevestigde afgelopen week dat er waarschijnlijk nog twee renteverhogingen in het vat zitten dit jaar.
Rugwind voor de euro
Als de Europese rente sneller stijgt dan de Amerikaanse, vormt dat een flinke rugwind voor de euro. Bovendien lijkt het er steeds meer op dat de Verenigde Staten een recessie weten te vermijden.
Naarmate de spanning op financiële markten verder afneemt, wordt het minder aantrekkelijk om vermogen aan te houden in veilige havens zoals de dollar. Al met al is de euro in een prima positie om de winst van het eerste halfjaar verder uit te bouwen in de tweede jaarhelft.
Joost Derks is valutaspecialist bij iBanFirst. Hij heeft ruim twintig jaar ervaring in de valutawereld. Bekijk de video's over ontwikkelingen binnen de valutawereld op het YouTube-kanaal van iBanFirst.